Ik ben een slakkenhuis
een wervelend kalken thuis
een winding van je gehoororgaan
een stroming in de oceaan
een wervelstorm
een repeterende vorm
een dennenappel, zonne- of paardenbloem, een ramshoorn, slagtand
een schelp tussen het zand
een doolhof; een cirkel en een lijn
mijn en dijn
ik dein, een golf rondom
een lijn maar dan krom
opnieuw de voltrekking van hetzelfde
gewelfde
ik verken, de periferie
in serie
ik ga huiswaarts, zijwaarts
voorwaarts
ik groei en rijp
tegelijkertijd
ik spiraal
opnieuw, nogmaal